Oorlog in Oekraïne: 26 postdoctorale beurzen gecreëerd

Er wordt 800 miljoen voorzien voor initiatieven in verband met de in Oekraïne.

Concreet zijn 26 postdoc doctoraatsbeurzen in het leven geroepen voor Oekraïense onderzoekers, zodat zij op afstand of in België onderzoek kunnen doen op de domeinen van 13 federale wetenschappelijke instellingen:

•             Rijksarchief in België

•             Koninklijke Bibliotheek van België (KBR);

•             Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA);

•             Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI);

•             Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK);

•             het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN);

•             Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA);

•             Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG);

•             Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSK);

•             Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB);

•             Sciensano;

•             Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC);

•             War Heritage Institute (WHI).

Oekraïense onderzoekers zullen van dit aanbod op de hoogte worden gebracht via de nauwe contacten die deze instellingen met Oekraïense instellingen hebben en via sites die zijn opgezet om de Oekraïense wetenschappelijke gemeenschap bij te staan. Zij kunnen subsidies aanvragen op een onlineplatform dat wordt beheerd door het Federaal Wetenschapsbeleid, waar ze hun CV en relevante documenten kunnen indienen.

Deze 26 studiebeurzen voor een jaar worden gefinancierd met 1.321.000 euro van de federale overheid.

De selectie van onderzoekers gebeurt geval per geval door elke instelling op basis van de ontvangen CV's.

“We moeten er alles aan doen, op alle vlakken, om de Oekraïners te steunen die het slachtoffer zijn van de Russische agressie. Voor onderzoekers heb ik een aanpak ontwikkeld die vergelijkbaar is met het toekennen van postdoctorale beurzen door het Federaal Wetenschapsbeleid tussen 1991 en 2016 aan burgers van derde landen, en deze aangepast aan de urgentie van de noodsituatie in Oekraïne”, legt Thomas Dermine uit.