Thomas Dermine trekt naar de ministeriële ESA-top met een forse verhoging van de Belgische bijdrage op zak
Thomas Dermine, staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen belast met Ruimtevaartbeleid, reist maandag naar Parijs om gedurende drie dagen deel te nemen aan de Raad van de European Space Agency (ESA).
Het is met een sterk mandaat van de Belgische regering dat Thomas Dermine naar de ministeriële top afzakt, waar de 22 lidstaten van ESA de toekomstige ontwikkelingen van het Europese ruimtevaartbeleid voor de periode 2023-2027 zullen bepalen. De prioriteiten van de ESA zullen worden vastgelegd in een context die wordt gekenmerkt door het einde van de samenwerking met Rusland op vlak van ruimtevaart en de versnelling van de internationale concurrentie om lanceerraketten.
“Als Europa, en ook België als lidstaat van het eerste uur, een leidende rol in het mondiale ruimtevaartgebeuren willen blijven spelen en zich als actieve speler in de opkomende ruimtevaarteconomie willen manifesteren, zullen bijkomende investeringen nodig zijn, ondanks de veranderende geopolitieke situatie en de resulterende druk op ons economisch systeem. Dat is de inzet van de ESA-top”, aldus staatssecretaris Thomas Dermine.
Onder impuls van Thomas Dermine besliste de ministerraad vrijdag 18 november om het beschikbare budget voor ruimtevaartbeleid, dat vandaag jaarlijks ongeveer 275 miljoen euro bedraagt, te verhogen tot 325 miljoen euro per jaar, waarvan 305 miljoen voor projecten van ESA. Het gaat voor de periode 2023-2027 om een totaalbudget van 1,625 miljard euro.
“Deze substantiële verhoging van het budget benadrukt de uitgesproken wens van België om bij te dragen aan een ambitieus Europees ruimtevaartbeleid”, stelt Thomas Dermine. “België blijft zo een belangrijk ruimtevaartland, als 5e grootste netto bijdrager aan het Europees ruimtevaartagentschap.”
Naast de jaarlijkse bijdrage aan het ESA omvat de ruimte-enveloppe diverse Europese en nationale initiatieven, zoals de Belgische bijdrage aan intergouvernementele organisaties (Eumetsat of ESO), de cofinanciering van EU-activiteiten en nationale initiatieven.
“De ingrijpende transitie in de ruimtevaart die volop bezig is, moet België aanzetten om zijn strategische prioriteiten te hernieuwen en versterken. In het licht van de recente ontwikkelingen op internationaal vlak, zullen de krachtlijnen van het Belgische ruimtevaartbeleid via vier grote pijlers worden uitgebouwd”, vervolgt de staatssecretaris.
1. Ruimtevaart voor aarde en maatschappij
Een maximale valorisatie van investeringen met kritische massa in groene, opkomende en gevestigde technologie in ruimtevaart, in antwoord op de grote maatschappelijke uitdagingen in termen van klimaatverandering, risico- en crisismanagement en met een overheid als belangrijke afnemer van ruimtevaarttools en diensten.2. Ruimtevaart voor kennis en ondernemen
Het maximaliseren van de bijdrage van ruimtevaartactiviteiten aan de kennisintensieve economie, met fundamenteel wetenschappelijk onderzoek als bron voor technologische innovatie. Er wordt gestreefd naar groei van een levensvatbare ruimtevaartindustrie, waarbij het beleid alsmaar meer de richting van een ‘New Space’ aanpak inslaat, en het verder ontwikkelen van expertise in strategische niches.3. Ruimtevaart als bron van inspiratie
Deelname in internationale en inspirerende 'flagship initiatives' om het bewustzijn versterkt bij zowel het grote publiek als bij de ruimtevaartactoren van het sociaaleconomisch belang van ruimtevaart. Initiatieven die zich op het brede publiek richten worden extra ondersteund. Er wordt specifiek aandacht gegeven aan astronomie en ruimtevaartexploratie in interactie met onderwijs voor het promoten van STEM carrières.4. Ruimtevaart voor strategische autonomie
Het vrijwaren van een sterke Europese autonomie op strategische gebieden. Meer autonomie is prioritair nodig op gebieden als cyber security & space weather, telecommunicatie en toegang tot de ruimte. Bovendien is het belangrijk om de bestaande inspanningen rond autonomie inzake navigatie en aardobservatie voort te zetten.De ruimtevaartsector heeft een belangrijke positieve invloed op de Belgische economie:
- Toename voltijds equivalente tewerkstelling (VTE) in ruimtevaart (en direct aan ruimtevaart gerelateerde activiteiten) van 2762 (VTE) in 2011 tot 3620 (VTE) in 2020 (+31%). Hiervan zijn 2779 VTE tewerkgesteld in de private sector (jaar 2020, stijging met 36% t.o.v. 2011).
- Voor elke euro die in de ESA wordt geïnvesteerd, verhoogt de omzet van de bedrijven uit de privésector. In de periode 2011-2015 was dat met een factor 2,23 in de periode 2016-2020 steeg dat tot 3,35. De totale omzet is de afgelopen tien jaar verdubbeld en zal in 2020 710 miljoen bedragen.
Als kers op de taart, hoopt de staatssecretaris voor Ruimtevaartbeleid dat de politieke en budgettaire ambities van België de campagne zullen ondersteunen om een Belg in de nieuwe selectie astronauten te krijgen. De selectie wordt woensdag aan het einde van de ESA-Raad voorgesteld.
“Het proces wordt autonoom beheerd door de ESA, maar België moet niet bang zijn om ambitie te tonen: het zou legitiem zijn dat on land een astronaut heeft. Dat zou een uitstekend signaal zijn voor de ruimtevaartsector in België en een ongelooflijke stimulans om de wetenschap in België te promoten, in de eerste plaats bij jongeren. Bovendien was België zeer goed vertegenwoordigd in de pool van kandidaten (meer dan 1000 Belgen hebben zich gemeld voor de selectieprocedure) en volgens de laatste informatie was ten minste één Belg nog in de running. Ons land beschikt over een reeks objectieve troeven die we de komende uren op de ministeriële conferentie in Parijs zullen uitspelen. U kan erop rekenen dat ik er alles aan zal doen om ervoor te zorgen dat België een nieuwe astronaut krijgt,” besluit een optimistische Thomas Dermine.