Restitutie : het voorstel van Thomas Dermine
Restitutie : « we moeten de symbolische belangen die verband houden met het bezit van geroofde voorwerpen ontkoppelen van de operationele belangen die verband houden met hun materiële teruggave» - het Copernicaanse voorstel van Thomas Dermine, gebaseerd op twee principes en drie categorieën voorwerpen
Een van de rijkdommen die door de "koloniale machten" werden uitgebuit, is het culturele erfgoed. Duizenden voorwerpen, alsook menselijke resten, werden ofwel verworven in omstandigheden van duidelijke ongelijke ruil, of zonder toestemming uit Congo weggenomen tijdens de koloniale periode, d.w.z. de jaren van politieke overheersing van Congo van 1885 tot 1908 en van 1908 tot 1960.
Deze situatie ontneemt de burgers van de voormalige kolonie de toegang tot hun eigen geschiedenis, cultuur, creativiteit en spiritualiteit van hun voorouders. De toegang tot deze voorwerpen is vandaag de dag de facto voorbehouden aan westerlingen en mensen uit de diaspora die in Europa wonen.
De kwestie van de restitutie van voorwerpen die nu eigendom zijn van de Belgische Staat, is een belangrijk thema geworden in het nationale en internationale publieke debat. Deze kwestie van materiële restitutie is een mengeling van symbolische kwesties - die verband houden met de juridische eigendom van de voorwerpen in kwestie - en operationele kwesties - die verband houden met de conserveringsmethoden, het vervoer, enz. Deze operationele kwesties hebben vaak concrete vooruitgang op het symbolische front verhinderd.
Twee principes
Het lijkt mij dan ook belangrijk zo spoedig mogelijk een dialoog met de Congolese autoriteiten aan te knopen, een dialoog waarin de kwestie van de restitutie van tijdens het koloniale tijdperk op onrechtmatige wijze verworven voorwerpen gezamenlijk en op gecoördineerde wijze wordt aangepakt en waarin wordt aangegeven welke steun aan de Democratische Republiek Congo (DRC) zal worden verleend om het behoud en de opwaardering van de materiele restitutie van voorwerpen te vergemakkelijken.
Om het probleem van de operationele kwesties in verband met de restitutie op te lossen en de symbolische kwestie zo snel mogelijk te regelen, heb ik de Belgische regering voorgesteld twee principes toe te passen:
1. Het is van belang dat de vervreemdbaarheid van eigendom uit het koloniale verleden, d.w.z. eigendom dat in de periode 1885-1960 werd verworven, met het oog op de teruggave wettelijk wordt erkend. Het juridische karakter van de vervreemdbaarheid houdt symbolisch in dat - bij gebreke van zekerheid over de gevolgen van het bezit van deze voorwerpen door België - deze voorwerpen met het oog op de restitutie kunnen worden vervreemd. Dit is dus een eerste vereiste om de herkomststudies op een serene manier aan te pakken en de wetenschappelijke kennis over deze voorwerpen te vergroten.
2. De voorgestelde aanpak is in de eerste plaats bedoeld om een dialoog met de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo op gang te brengen, om een kader te bieden waarin de restitutie van de juridische eigendom van alle goederen waarvan uit een herkomstonderzoek blijkt dat het bezit door België illegitiem is, te faciliteren. Deze overdracht van de juridische eigendom moet onmiddellijk plaatsvinden, ongeacht of er al dan niet een vordering tot materiële restitutie is ingesteld. Met deze overdracht van het juridisch eigendom wordt erkend dat de wettige eigenaar - de Congolese staat - het recht heeft om materiële restitutie te vragen, op basis van een versterkte wetenschappelijke en culturele samenwerking. Ik zou dit kader samen met mijn Congolese collega's willen opbouwen en het laten berusten op een gezamenlijke wetenschappelijke commissie die wetenschappers uit onze beide landen bijeenbrengt.
Drie categorieën
Meer concreet zal deze tweeledige aanpak concreet gestalte krijgen in drie categorieën van voorwerpen die zich momenteel in onze collecties in België bevinden:
1. Voor alle voorwerpen waarvan na een herkomstonderzoek kon worden vastgesteld dat België ze op onrechtmatige wijze had verworven:
- Deze zouden van het publieke domein naar het privédomein van de Staat worden overgebracht en aldus vervreemdbaar worden met het oog op restitutie. Dit is een noodzakelijke voorafgaande stap naar een juridische overdracht van eigendom tussen staten.
- Er zou een overeenkomst tussen België en de Democratische Republiek Congo worden gesloten om de juridische eigendom van deze voorwerpen te herstellen en tegelijk te voorzien in de deponering ervan in België met het oog op bewaring, onderzoek en ontwikkeling. In deze overeenkomst zouden de voorwaarden worden vastgelegd waaronder de Democratische Republiek Congo - indien zij dit wenst - de fysieke overbrenging van de voorwerpen naar haar grondgebied zou kunnen eisen.
2. Voor alle voorwerpen waarvan kon worden vastgesteld dat België ze rechtmatig heeft verworven:
- Deze worden uiteraard bewaard in het publieke domein van de Staat.
3. Voor alle voorwerpen waarvan niet kon worden vastgesteld dat België ze rechtmatig heeft verworven:
- Deze zouden worden overgebracht naar het privédomein van de Staat en aldus vervreemdbaar worden met het oog op restitutie. In afwachting van de herkomststudies voorziet het koninklijk besluit in de handhaving van de conserveringsvoorwaarden die van toepassing zijn op openbare collecties (principes van verantwoordelijkheid en standstill).
- Indien uit het herkomstonderzoek blijkt dat de voorwerpen op rechtmatige wijze zijn verworven, worden zij opnieuw in het publiek domein gebracht; indien dit niet het geval is, valt het voorwerp onder de overeenkomst die is beschreven voor onrechtmatig verworven voorwerpen (zie hierboven)
- Voorwerpen die nog moeten worden bestudeerd of waarvan de bestudering het niet mogelijk zou maken het al dan niet rechtmatige karakter van de verwerving vast te stellen, zouden tot het privédomein blijven behoren, waardoor zij symbolisch zouden worden onderscheiden van legitiem verworven voorwerpen. Zij zouden tot het privédomein blijven behoren totdat een studie of een nader onderzoek het mogelijk zou maken ze over te brengen naar de categorie van rechtmatig verkregen voorwerpen of naar de categorie van onrechtmatig verkregen voorwerpen.
Het spreekt vanzelf dat een versterking van de wetenschappelijke en culturele samenwerking nodig is. Mijn doel is om te beginnen met de identificatie van een reeks maatregelen en gezamenlijke initiatieven ter versterking van de wetenschappelijke en culturele samenwerking tussen België en de DRC, in het kader van de restitutie en, meer in het algemeen, in het kader van het behoud, het onderzoek en de ontwikkeling van deze voorwerpen. De vertegenwoordigers van de DRC zouden moeten worden gevraagd welke steun ons land op nuttige wijze zou kunnen verlenen om de concrete materiële restitutie mogelijk te maken en te begeleiden: overdracht van bepaalde vaardigheden inzake conservering die de instellingen die de voorwerpen in bewaring hebben, hebben verworven, hulp bij het creëren van aangepaste opslag- en opwaarderingsruimten, steun bij het inventariseren van de collecties, enz. Restitutie zou centraal staan in deze dialoog, maar ook de "reconstitutie" van collecties, alsmede de mogelijkheden van digitalisering, bruiklenen en reizende tentoonstellingen zouden worden besproken.
Tegelijkertijd willen wij onze capaciteit voor herkomstonderzoek versterken om op wetenschappelijke wijze vast te stellen onder welke omstandigheden elk van deze voorwerpen werd verworven.