SMR: Onderzoek naar kleine kernreactoren begint in september
Op voorstel van staatssecretaris voor Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid Thomas Dermine, vicepremier en minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne en minister van Energie Tine Van Der Straten heeft de ministerraad vandaag het stappenplan goedgekeurd voor het SMR-onderzoeksprogramma (Small Modular Reactors) onder leiding van het SCK-CEN. De regering heeft ook haar ambities op dit vlak bevestigd door 100 miljoen euro toe te wijzen voor de periode 2023-2028.
Dit stappenplan sluit perfect aan bij de strategie van de Belgische regering om haar nucleaire beleid uit te rollen op basis van een drieledige aanpak: de levensduur van twee reactoren verlengen via een structuur die voor 50% in handen is van de overheid, zich voorbereiden op toekomstige ontmanteling door zich uit te rusten met een oven voor het hersmelten van stralingsarm staal uit de centrales, en ambitieus onderzoek starten naar de kleine reactoren van de toekomst.
”Met de goedkeuring van het onderzoeksprogramma van het SCK-CEN bevestigen we de investering van 100 miljoen euro in de ontwikkeling van kernenergie van de nieuwe generatie. Gezien de groeiende behoefte aan energie en ons klimaattraject is het essentieel dat we alle energiehefbomen mobiliseren. Tegelijkertijd investeren we ook in de sector van de nucleaire ontmanteling, met name via het herstelplan. En we hebben onze energievoorziening veiliggesteld door de levensduur van twee reactoren te verlengen. We hebben het ongelooflijke geluk en de kans om te kunnen vertrouwen op een industrieel weefsel dat vooroploopt in deze problematiek. België is een van de weinige landen ter wereld die zich op alle drie de vlakken heeft gepositioneerd. Dit toont de evenwichtige en strategische benadering van kernenergie door de regering”, benadrukt Thomas Dermine.
Ter herinnering: de SMR-technologie is gericht op kleinere reactoren van ongeveer 300 MW die in massaproductie kunnen worden genomen en ook gemakkelijker in het energiesysteem kunnen worden geïntegreerd. Naast de productie van elektriciteit zouden toekomstige reactoren ook kunnen worden gebruikt voor de productie van emissievrije waterstof.
Op basis van een studie die vorig jaar in opdracht van de regering werd uitgevoerd, beantwoordt de keuze voor loodgekoelde technologie het best aan de vooropgestelde criteria: passieve veiligheid, minimalisatie van langlevend afval, non-proliferatie, flexibiliteit van elektriciteitsopwekking, economische haalbaarheid, economische verzekerbaarheid, duurzame ontwikkeling en doorlooptijd. Bovendien heeft België al een belangrijke voorsprong verworven in deze technologie, vooral dankzij het MYRRHA-onderzoeksproject en de MOX-technologie.
Het door het SCK-CEN opgestelde stappenplan voorziet in een demonstrator tegen 2040 om de technologische haalbaarheid in operationele omstandigheden te testen. Tijdens de eerste fase, van 2023 tot 2028, zullen de werkzaamheden gericht zijn op onderzoek en ontwikkeling van de technologie zelf, het ontwerp van de reactor en de voorbereiding van de vergunningsprocedure. De bouw van de demonstrator zou beginnen vanaf 2035.
Een consortium met industriële partners
Hoewel het onderzoek zal worden uitgevoerd door het SCK-CEN, voorziet het stappenplan ook in de oprichting van een consortium met industriële partners die de komende vijf jaar ongeveer 75 miljoen euro zullen bijdragen via de inzet van hun eigen onderzoekers en middelen. Het SCK-CEN is momenteel in gesprek met verschillende potentiële partners die willen samenwerken aan de ontwikkeling van loodgekoelde reactoren.
De komende vijf jaar zal er ook intensief worden samengewerkt met het FANC om te anticiperen op de vergunningsprocedures en licenties die nodig zijn om de SMR-technologie in de praktijk te brengen.
Het programma voorziet ook in de oprichting van een incubator voor startende onderzoeksbedrijven en spin-offs om het bedrijfsecosysteem in de nucleaire sector te versterken. Er zijn ook middelen gereserveerd voor gespecialiseerde programma's om nucleaire ingenieurs op te leiden aan de verschillende universiteiten van ons land. Tot slot is er een budget gereserveerd voor studies naar de integratie van SMR's in het toekomstige energielandschap.